De Ondernemende Belegger - Meer Koopman, minder Dominee

Toen. 25 jaar geleden...

Ik heb lange tijd teveel risico genomen in mijn leven. Dat is mogelijk een reden geweest om toen ik eenmaal werkte, 's avonds economie te gaan studeren. Toen het eind van die studie in zicht kwam, trok me toch het dynamische. Risico nemen. Of beter gezegd: speculeren. Ik ging vol enthousiasme een scriptie schrijven over het onderwerp. Economie was wel aardig, maar het echte leven was daar waar de handelaren en speculanten zaten. Soros was een beetje de Buffett van nu, qua populariteit. En hij had gespeculeerd tegen het Britse pond en ik wilde weten of dat nu echt speculeren was. Ik schreef het verhaal en probeerde een typering te geven over de betrokkenen bij dat gebeuren, en gaf zo de scriptie een ondertitel mee: de wereld van doeners en denkers.
Picture

Nu in 2020...

... heeft niemand het echt meer over speculeren. Wel over risico nemen en dan vooral in de combinatie met sparen dat geen geld oplevert, dus There is No Alternative. Blijkbaar. Aan het begin van het jaar was ik al gevorderd met een nieuw boek waarin ik met een filter naar de beleggingswereld ging kijken. Dat filter gebruikt ik vaker, maar nooit specifiek in deze wereld. En met deze bedoel ik die van de belegger, de financiële wereld, de economie, de beurs en haar participanten. Zelf was ik niet alleen toeschouwer meer, maar ook betrokkene. Ik begon met beleggen in 1993. Toen dacht ik nog dat een studie economie me niet alleen op de beurs zou helpen, maar ook in de bedrijfswereld. In beide gevallen had ik het grotendeels mis. Op mijn werk vonden ze een economische achtergrond voor een IT-er wel leuk, maar het opende geen deuren in de kamer naast het IT-hok. Op de beurs had ik wel profijt van mijn studie, vooral in de ontdekking dat je beter als verzekeringsaanbieder dan als vrager opties kunt gebruiken. Maar ook de praktische ervaring was nodig om de beurs niet alleen vanuit een theoretisch oogpunt te bekijken, maar ook leren voelen hoe het echt werkt. Het schrijven van opties ging namelijk ook wel eens verkeerd. En nergens in een economieboek leer je dan hoe moeilijk het is om na een verlies weer precies hetzelfde te doen, opnieuw schrijven.

Denken en doen was altijd een combinatie die voor mij gewerkt heeft. Leren is prima, maar met theorie en denken alleen kom je nog niet in beweging.

Eenmaal als zelfstandige merkte ik dat de metafoor of combinatie van denken en doen wel aardig was maar zowel voor de ondernemer in spé als voor de belegger niet voldoende houvast gaf. De ondernemer is niet alleen doener en denker, maar heeft ook een andere eigenschap, die soms vergeleken wordt met een ziekte of een afwijking*. Daarnaast heeft zowel de ondernemer als de belegger een eigenschap die hem of haar voor altijd op de kaart zetten: de onweerstaanbare drive om iets (op) te bouwen.

Een professional binnen een bedrijf heeft ook wel zo’n drive, maar toch minder uitgesproken. Wat je opbouwt binnen een organisatie moet passen binnen het grotere geheel en is een stukje van de totale puzzel. Als je eigen bijdrage teveel afwijkt van de groep val je er buiten (en kan je het als ondernemer opnieuw proberen in een veel grotere markt). Past wat je doet precies bij wat de groep als norm voorschrijft dan kom je niet tot vernieuwing. De belegger heeft hier op een zelfde manier mee te maken. In feite is alles wat je doet als belegger (en ondernemer) steeds weer een patroon van deze vier elementen, die in vele verschijningsvormen terug te vinden zijn. De productieve mens doet al tijden hetzelfde, maar de combinaties van mogelijkheden zijn oneindig en ondenkbaar.

Risico nemen

Zowel de ondernemer als de belegger (als ook de professional meer in het algemeen of de zelfstandige) doorlopen hetzelfde risicoproces. Iemand binnen een bedrijfsorganisatie loopt risico, de een wat meer dan de ander, al zijn we ons hier niet altijd van bewust. Behalve bij een crisis en bij ontslag, komen we er opeens achter dat me misschien toch wat te veel risico hebben genomen. We gingen uit van eeuwige groei binnen het bedrijf, en hielden geen rekening met krimp. Een ondernemer neemt ook risico en de beleggen net zo goed. Maar niet alle professionals - nu weer generiek gesproken - lopen even veel risico. Er zijn beroepen waar men meer dan wel minder risico neemt. Een politicus b.v. is typisch iemand die veel risico loopt, puur omdat deze in de frontlinie van de maatschappelijke ontwikkeling zit, waar alles verandert. Een boekhouder ondergaat veel minder risico, net zoals een schoonmaker, omdat er altijd behoefte zal zijn aan deze diensten. De boekhoudregels veranderen wel, maar de rol van cijfers en analyse blijft hetzelfde: hard nodig.

Naast het beroepsmatig risico-nemen is er ook een impliciete risicohouding. Het steeds hogerop willen, ambitie hebben is ook een soort van overmatig risico nemen. Als ook het steeds willen vernieuwen terwijl de markt daar nog niet aan toe is: RISK. Vooruit lopen op de troepen. Maar juist bij een crisis is het risico dat je niet mee kan gaan met de nieuwe tijd. Dus ook conservatief zijn is een manier van risico nemen. Dit is weer zeer actueel: niet beleggen betekent koopkrachtsverlies. Het boek, de ondernemende belegger gaat hierover. Over risico nemen en over je eigen profiel als betrokkenen zowel als professional, ondernemer of zelfstandige (belegger). Dit begrip van risico gelieerd aan wat je doet als belegger en welke houding je inneemt m.b.t. de toekomst en het verleden, bepaalt je succes als belegger. En je bewustzijn hiervan.

Aanbodzijde versus de vraagkant

Vele belegger leren van alles, maar concentreren zich voornamelijk op de aanbod/zijde van beleggen: wat is er om in te beleggen en wat doet de (financiële) economie van een land, sector of bedrijf. Maar juist wat die spelers in de markt doen, de vragende kant EN wat je elf doet in de markt is even belangrijk. Wie ben je als belegger? En ben je als belegger anders dan zoals je beslissingen neemt of nam binnen een organisatie? Zelfkennis dus. Zelfkennis heb je in 90% van de tijd niet nodig. Maar juist de coronacrisis en perioden van hoge volatiliteit, maken vele beleggers onzeker, terwijl ze voor die crisis zo vol vertrouwen waren. Opeens kunnen ze maar niet stoppen met luisteren naar de goeroes die ieder voor zich met een andere verklaring komt van wat er nu gebeurt en wat er ons te wachten staat. Deze predikers in de markt vertellen gewoon een verhaal, dat je niet op face value moet geloven maar moet zien als hun wapenmerk. Ze zitten in de markt met een bepaald doel. Een zo’n doel is om een goudfonds te promoten. Wanneer je dat weet, heeft het al bijna geen zin meer om die mening serieus te nemen. Iedereen probeert zoiets te verkopen, aan mensen die onzeker zijn, en dat is 99% van de markt. Net zoals ik.

Dominee en Koopman

Ik heb echter geleerd dat anderen jouw problemen en onzekerheid niet kunnen oplossen. Je kan alleen groeien door zelf na te denken. De ondernemende belegger is dan ook iemand die iets heeft moeten leren. Het is iets waar vooral Nederlanders erg veel moeite mee hebben, dat heeft de corona-crisis weer laten zien. Nederlanders lijken individualistisch en onafhankelijk, maar twee belangrijke cultuurpijlers van ons land zijn de dominee en de koopman. Dus we doen wel mee met de rest van de wereld (handel), maar we hebben ook een uitgesproken mening (prediker) over dingen. Pas als je afstand neemt en deze zaken van af een andere invalshoek bekijkt zie je wat een cultuur met mensen doet. In Spanje is de heersende cultuur veel meer zo: leven en laten leven. Dat is ook niet ideaal.

Cultuur gaat over waardering: onderwaardering en overwaardering

Cultuur = waarderen. En we waarderen de dingen nooit juist. We overschatten het belang van mode en nieuwbouw, en onderschatten het belang van onderhoud, onderwijs en zorg. Ook beleggers worstelen hiermee. De media in breedste zin, helpt mee om die overwaardering in stand te houden. Ongelukken en crashes krijgen aandacht, maar preventie niet. Op "macroniveau" is het cultuurprobleem ook zichtbaar: beleggers onderwaarderen onderhoud en administratie, en overwaarderen de informatie en nieuws die dagelijks op hen afkomt. De belegger kijkt te veel naar binnen (zijn portefeuille) en te weinig naar buiten (de markt). Op "microniveau" heeft de belegger echter de keus om hier tegenin te gaan. Het gaat erom wat je doet, maar ook wat je moet laten. Discipline dus. Als je teveel bezig bent met de toekomst en te weinig met (het leren van) het verleden, dan kan je in problemen komen. Een belegger moet namelijk acties uitvoeren, maar ook de acties uit het verleden evalueren. Doe je dat te weinig dan kan je niet leren van je fouten. Je moet die fouten eerst kunnen zien.

Dit alles, deze cultuur en vooral het cultuurprobleem, is terug te vinden in een risicohouding, waar deze scheve waardering in terug te vinden is. Een normale risico-houding van de markt als geheel is index-beleggen. Dat zou je als een gemiddeld risico kunnen zien. Toch zit nagenoeg - en vooral de individuele of particuliere beleger, boven deze norm qua risicohouding. Dat kan alleen maar wanneer er dus andere partijen zijn die een lagere risicohouding hebben. En dat klopt wel. Dat zijn de professionals. Ik dacht voor het schrijven van dit boek dat een hogere risicobereidheid goed was voor je rendement. Maar dat is juist niet het geval. Kijk naar de grote voorbeelden, de bekende beleggers en zie dat hun profiel vele conservatiever is. In het boek zijn deze profielen te vinden. Van Warren, George, Peter en John, maar ook van die in Nederland, van Jaap en Willem.

Picture

waarom het boek kopen?